Als kinderen problemen hebben op school, zou het zo maar kunnen zijn dat dat mede komt doordat ze thuis teveel verantwoordelijkheid dragen. Het aantal kinderen en jongeren dat voor een gezinslid zorgt, is aanzienlijk. Er zijn verschillende onderzoeken in Nederland gedaan om inzicht te krijgen in het aantal kinderen en jongeren dat opgroeit met de zorg voor een gezinslid waardoor de cijfers variëren tussen de 6% en 25%. Dat veel van deze kinderen problemen van allerlei aard krijgen is niet verwonderlijk. Velen van hen maken zich zorgen om de zieke familieleden, geven veel praktische en emotionele steun en komen daarbij vaak zelf zorg tekort.
Jonge mantelzorgers zijn thuiswonende kinderen of jongeren tot 25 jaar die een langdurig ziek of gehandicapt gezinslid hebben met een of meerdere ernstige lichamelijke chronische ziekte(n) of beperking(en). Daardoor hebben zij vaak taken en verantwoordelijkheden die volgens onze huidige maatstaven niet passen bij hun leeftijd en ontwikkeling, en kan hun opvoeding verstoord raken.
Dat veel van deze kinderen problemen thuis opvangen, is bij weinig mensen bekend. Ze zijn bijvoorbeeld eindverantwoordelijk voor het huishouden, moeten psychisch labiele ouders opvangen of zijn in sommige gevallen zelfs het aanspreekpunt voor artsen en andere hulpverleners. Soms draaien volledige huishoudens met kleine kinderen onder leiding van een twaalfjarige. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een deel van deze kinderen problemen krijgt op psychisch vlak. Daarnaast spelen er vaak sociaal-emotionele en praktische problemen waardoor de resultaten op school ver beneden het niveau van de kinderen zijn.
Of kinderen problemen krijgen als ze al jong mantelzorger zijn, hangt vooral af van vier factoren. Allereerst blijkt dat de duur van de ziekte een grote rol speelt. Hoe langer de ziekte duurt, hoe groter de kans dat kinderen problemen krijgen. Daarnaast blijkt dat de eenzaamheid en het gevoel van isolement bij kinderen problemen kan veroorzaken. Jongeren die opgroeien met een ziek familielid blijken zich vaak alleen te voelen. Ze hebben het gevoel overal alleen voor te staan en weinig steun te krijgen. Dat kan al gauw resulteren in een isolement en psychische problemen.
In de derde plaats is de band met de moeder een belangrijke factor. Als door de ziekte de hechting verstoord wordt - bijvoorbeeld doordat moeder geen tijd voor het kind heeft, geen begrip heeft of alleen met zichzelf en de eigen problemen bezig is - kan dat een grote weerslag hebben op het kind. Dat de kinderen in zo’n geval problemen krijgen kan dan komen doordat ze minder emotionele steun krijgen om hun problemen te uiten.
Een laatste factor die de kans op problemen vergroot is de tijdverdeling. Als kinderen problemen ondervinden bij het verdelen van de tijd tussen de taken als mantelzorger en de vrijetijdsbesteding met vrienden, kan daar grote spanning in ontstaan. Dat kan leiden tot probleemgedrag, sociaal isolement en slechte cijfers op school.
Er wordt van alles gedaan om de taak van de jonge mantelzorgers te verlichten en zo leerproblemen en psychische en emotionele problemen te voorkomen. Uit onderzoek blijkt dat dergelijke kinderen problemen rondom de zorg graag bespreken. Een eerste stap in de hulpverlening is dus dat de hulpverlening zich naast de zieke ook bekommert om de jonge mantelzorger. Zo kan een behandelend arts of therapeut ook eens aan de zieke vragen hoe het met het kind is.
Daarnaast lijkt het belangrijk te zijn dat de jonge mantelzorgers volledig op de hoogte zijn van de gezondheidstoestand van de zieke. Als kinderen niet precies weten wat er aan de hand is, is de kans dat ze zich zorgen gaan maken en zichzelf allerlei rampscenario’s in het hoofd gaan halen heel groot. Ook in geval van psychische problemen kan openheid belangrijk zijn, omdat kinderen anders kunnen denken dat bepaald gedrag hun schuld is. Onvolledige informatieverstrekking maakt daardoor de kans dat kinderen problemen ontwikkelen groter. Daarom is openheid van zaken heel goed. Veel jonge mantelzorgers zijn bovendien in bepaalde opzichten erg volwassen voor hun leeftijd en kunnen dan ook daadwerkelijk zo behandeld worden.
Er zijn in Nederland overal steunpunten voor mantelzorgers. Bij die steunpunten kunnen mantelzorgers allerlei extra ondersteuning krijgen. Zij kunnen zorgen voor praktische tips en extra educatie zodat de mantelzorgers de patiënt goed kunnen blijven verzorgen maar ook praktische hulpmiddelen of opvang als de mantelzorger zelf even niet kan; het kan worden geleverd door deze steunpunten.
Ook voor jonge mantelzorgers zijn er dergelijke steunpunten, zodat ook deze jonge mantelzorgers naar school kunnen en er even tussenuit zijn. Hierdoor zijn ze niet altijd alleen maar verantwoordelijk zijn voor de patiënt. Het probleem is dat zij niet altijd op het bestaan van deze steunpunten worden gewezen en dat deze soms onnodig bureaucratisch zijn, wat zeker voor kinderen enorme drempels kan opleveren.
Daarnaast zijn er organisaties die speciaal voor jonge mantelzorgers aandacht hebben. Zij organiseren bijvoorbeeld bijeenkomsten voor deze doelgroep, zodat de kinderen problemen met elkaar kunnen delen en in contact komen met jongeren die in hetzelfde schuitje zitten. Die kinderen begrijpen de problemen tenminste, omdat ze zich in elkaar herkennen. Dergelijke organisaties doen er alles aan om deze kinderen ook eens een dag gewoon kind te laten zijn: gewoon te laten ontspannen zonder de constante zorg voor hun familielid. Omdat ook jonge mantelzorgers soms tijd voor zichzelf nodig hebben. En dat zeker ook verdienen.
In de opleiding Kindercoach leer je hoe je kinderen en jongeren kunt begeleiden bij dit soort problematiek en leer je de weg te vinden naar instanties die gezinnen kunnen begeleiden.