Stress wordt veroorzaakt door je gedachten. Als je dit verder onderzoekt gaat het over gedachten waar je in bent gaan geloven, de gedachten zijn overtuigingen geworden. Als je vasthoudt aan deze overtuigingen levert dat je stress op en niet de situatie zelf. Hieronder lees je hoe een overtuiging je stress oplevert in een werksituatie en wat deze mij heeft geleerd.
Een project vraagt de nodige aandacht. Je gaat helemaal op in de uitdaging en zoekt naarstig naar een oplossing. De klok tikt door en je weet dat het binnen een paar uur af moet zijn. Je wilt jezelf niet laten kennen en bijt je nog harder vast in het probleem. Je denkt ‘hulp vragen kan altijd nog, ik moet het zelf kunnen’.
Kort voor einde werktijd bel je dan toch je leidinggevende. Je vertelt hem dat het niet lukt en dat je tijd uitloopt. Je uit je frustratie want het is immers niet de eerste keer dat je merkt dat je niet genoeg tijd hebt om je werk goed uit te voeren. De frustratie is zo groot dat je overweegt om je baan op te zeggen. Je wilt het liefste wegrennen van de situatie. Je leidinggevende vraagt je hoe het komt dat je pas kort voor einde werktijd belt. Je weet dat hij een punt heeft en voelt de frustratie nog verder toenemen. Je doet zo je best en aan het einde van de dag is er twee uur besteed aan een omweg die niet tot de oplossing heeft geleid.
Je voelt je alsof je hebt gefaald. Je vraagt je af hoe het nou komt dat je met open ogen in de valkuil bent gestapt die stress heet. Je kent je patronen. Je hebt al veel over stress geleerd en toch is stress nog steeds onderdeel van je leven.
Hoe ga je nu om met dat gevoel dat je tekortgeschoten bent? Tekortgeschoten in je werk en vooral in jezelf.
Het jezelf kwalijk nemen ligt voor de hand, maar helpt niet echt. Je bent één geworden met de situatie. Afstand nemen is dan een krachtige manier om weer tot rust te komen en anders naar de situatie te kunnen kijken.
Stel jezelf vragen:
Zoek je overtuiging en stel jezelf vragen over je gedrag:
In deze situatie is de overtuiging: ‘Ik ben niet goed genoeg, ik moet het alleen kunnen’.
Stel de overtuiging ter discussie. Draai de overtuiging om en maak er een krachtige helpende gedachte van: ‘Ik hoef niet alles alleen te kunnen. Hulp vragen is een krachtige ingang voor een leermoment en een gezamenlijke oplossing’.
Je mag jezelf toegeven dat je niet alles alleen kunt. Jij hebt de keuze. Ga je door met ploeteren of vraag je om hulp?
Lees meer over werkstress.