Ieder mens beweegt op een eigen manier en met een eigen doel. Sommige mensen gaan vijf keer per week hardlopen terwijl anderen liever zo af en toe een keer gaan wandelen. Er zijn ook mensen die wel graag willen bewegen maar hier nauwelijks aan toekomen. Om er voor te zorgen dat ieder mens een minimale hoeveelheid beweging krijgt heeft de gezondheidsraad in 1998 de beweegnorm (om gezond te blijven), de fit norm (wat je minimaal moet doen om werkelijk fit te zijn) en de combinorm (als beide eerder genoemde normen behaald worden) opgesteld die er voor moesten zorgen dat mensen meer bewegen en daarmee gezonder worden.
Omdat deze normen al weer bijna 20 jaar oud zijn, is er recent besloten de normen onder de loep te nemen en te kijken of de normen wellicht samengevoegd zouden kunnen worden tot een norm. Deze enkele norm zou het voor iedereen makkelijker maken om fit te blijven. Het onder de loep nemen van de oude normen zorgde voor één nieuwe norm voor kinderen en één nieuwe norm voor volwassenen.
Volwassenen moeten minstens 150 minuten per week matig intensieve inspanning verrichten, hier bovenop moet er minstens twee keer per week spier en botversterkende activiteiten verricht worden (voor ouderen gecombineerd met balans oefeningen), tot slot moeten volwassenen stilzitten zoveel mogelijk proberen te voorkomen.
Kinderen moeten iets meer bewegen dan volwassenen. Kinderen moeten minstens één uur per dag matig intensieve inspanning leveren en drie maal per week spier en botversterkende activiteiten verrichten. Voor kinderen geldt hetzelfde als voor volwassenen, stilzitten moet zoveel mogelijk voorkomen worden.
Licht intensieve lichamelijke activiteit: er is geen sprake van verhoogde hartslag of versnelde ademhaling. Denk hierbij aan afwassen, musiceren, klussen in huis of bijvoorbeeld yoga.
Matig intensieve lichamelijke activiteit: er is sprake van een verhoogde hartslag en een versnelde ademhaling. Matig intensieve activiteiten zijn wandelen, fietsen, trampoline springen of paardrijden.
Zwaar intensieve lichamelijke activiteiten: je gaat zweten en raakt buiten adem. De meeste actieve sporten vallen in deze categorie (bijvoorbeeld voetbal, hockey, hardlopen, squash of wielrennen).
Botversterkende activiteiten: bestaan uit krachttraining en activiteiten waarbij het lichaam met het eigen gewicht wordt belast, zoals springen, gewichtheffen, traplopen, wandelen, hardlopen en dansen.
Spierversterkende activiteiten: (krachttraining of de combinatie van kracht- en duuractiviteiten) omvatten activiteiten om kracht, uithoudingsvermogen en omvang van de spieren te verbeteren. Voorbeelden zijn krachttrainingsoefeningen met eigen lichaamsgewicht en duuractiviteiten als fietsen en zwemmen.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat voldoende beweging resulteert in vernieuwde energie, kracht en een positieve invloed op humeur. Daarnaast draagt voldoende beweging (de norm) bij aan een verhoogd stofwisselingsproces wat de balans tussen spier en vetmassa positief verandert (je wordt dus gezonder). Tot slot zorgt het voor balans en stabiliteit, wat er voor zorgt dat ouderdomsverschijnselen (vitaliteit maar ook oppervlakkige ouderdomsverschijnselen) vertraagd en terug gedrongen worden.
Hoe kun je je eigen gezondheid en die van anderen met beweging nog meer positief beïnvloeden? Hoe krijg je mensen nu zover om minstens te voldoen aan de nieuwe norm? Hoe stimuleer je deze mensen zelfs om nog meer te bewegen? Wat draagt er verder nog bij aan een fitter leven? Welke manier van bewegen past er het beste bij jou en anderen?
Allemaal logische vragen die we ons zouden kunnen afvragen. De Opleiding Beweegcoach geeft antwoord op elk van deze vragen. De opleiding gaat in op verschillende beweegvormen, hun positieve effect, de grenzen van de beweegcoach en bewegen in het algemeen. Het fijne van deze opleiding is dat de theoretische kennis daadwerkelijk in de praktijk wordt uitgetest. Alle beweegvormen worden geoefend en gedoceerd aan elkaar. Hierdoor leer je al snel waarom het lichaam op bepaalde manieren reageert, wat de effecten zijn, en het allerbelangrijkste, hoe jij in staat bent om andere mensen vitaler te maken door middel van beweging.
Na de opleiding kun je desgewenst een eigen praktijk starten, vanuit je huidige werk het onderdeel bewegen toevoegen of het onderdeel bewegen onder de aandacht brengen binnen jouw bedrijf of gemeente!
Heeft dit artikel je geïnspireerd of ben je benieuwd naar de opleiding? Bekijk de opleiding Beweegcoach en download een gratis proefles.