Er zijn verschillende fases van puberteit die een jongere op weg naar volwassenheid doorloopt. Niet alleen verandert het lichaam van je kind, maar ook het gedrag. Van kampen met onzekerheid tot rebelleren tegen alles en iedereen. Dat leidt nogal eens tot ruzies thuis en problemen. Wat zijn de kenmerken van de diverse puberstadia en hoe ga je als ouder om met je opstandige puberzoon of –dochter?
De puberteit is de periode tussen ongeveer 10 en 22 jaar. Je kind wordt dan stap voor stap volwassen. Dat gaat gepaard met hormonen die door het lijf gieren, sneller afgeleid zijn, onzekerheid, stemmingswisselingen, onhandigheid, opstandig zijn enzovoort. Als ouder kun je tijdens deze levensfase globaal 3 stadia onderscheiden, namelijk:
Deze periode loopt van pakweg 10 tot 14 jaar waarin allereerst het lichaam van je kind verandert. Zo krijgt je dochter borsten, schaamhaar en gaat menstrueren. Je zoon krijgt de baard in de keel, baardgroei, meer lichaamsbeharing en nu en dan een natte droom. Naast de lichamelijke veranderingen en hormonen die opspelen gebeurt er ook mentaal behoorlijk wat. Je puberkind wordt impulsiever en kan ook veel emotioneler en gevoeliger reageren. Verder gaat je kind op zoek naar zelfstandigheid en identiteit. Dit kan zich onder andere uiten in een uitgesproken kledingstijl, specifieke vriendengroep, bepaalde muziekvoorkeur et cetera.
Dit is de fase die ook wel midden adolescentie wordt genoemd: 14 tot 16 jaar. Je puberzoon of –dochter krijgt steeds meer een eigen ‘ik’. Kenmerkend is dat het nieuwe ervaringen wil opdoen, grenzen opzoeken en experimenteren. Variërend van seks, roken en drank tot drugs. Oog voor de gevaren en gevolgen van bepaald gedrag ontbreekt vaak. Als ouder kun je je dan behoorlijk machteloos voelen. Je vindt het misschien maar niks, omdat je wel de consequenties overziet. Deze fase kan voor heel wat spanningen zorgen tussen jou en je puberkind.
De laatste in de rij verschillende fases van puberteit. Die begint bij 16 jaar en duurt tot 22 jaar. De lichamelijke veranderingen zijn grotendeels achter de rug en ook geestelijk is je puberkind volwassener aan het worden. Langzaam maar zeker lijkt de rust terug te keren in huis. Je zoon of dochter wordt zelfbewuster en minder egocentrisch. De eigen identiteit vormt zich meer en meer. Daarbij stelt je kind zich verantwoordelijker en socialer op. Ook krijgt het oog voor de langetermijngevolgen van wat het doet. En natuurlijk kan je puberkind zo nu en dan nog in onvolwassen gedrag terugvallen. Maar, over het algemeen wordt je kind serieuzer, gaat hechtere vriendschappen aan en kan weerstand bieden aan sociale druk.
Het opvoeden van je kind in een puberleeftijd vergt soms behoorlijk wat inspanning. Om die periode makkelijker door te komen bijgaand een aantal kleine tips.
Laat je puber vertellen wat er allemaal in zijn en haar leven speelt. En… onthoud je van commentaar. Hoe moeilijk ook. Luister eenvoudigweg en probeer je in je kind te verplaatsen. Toon begrip voor een visie, mening en/of situatie. Vel geen waardeoordeel. Dat werkt alleen maar averechts. Blijf liever op de hoogte van wat het doet en waar het uithangt.
Bij de verschillende fases van puberteit horen grenzen en regels. Want, ze bieden je kind hoe dan ook houvast. Van hoe laat thuiskomen, hoeveel zakgeld, bedtijd, waar je puber naartoe gaat enzovoort. En natuurlijk leidt dat tot discussie. Houd daar rekening mee. Voorkom echter dat je kind - om van het gezeur af te zijn - overal ja op zegt en vervolgens alles aan z’n laars lapt. Je kunt vragen hoe je kind het ziet en wat een andere optie is. Ook uitleggen waarom je als ouder bepaalde zaken zo wilt, kan verhelderend werken. Je wil opleggen en zeggen dat daarmee de kous af is, werkt niet bij pubers. Blijf met elkaar in gesprek!
Onzekerheid speelt alle pubers parten. Niet vreemd eigenlijk, want hun wereld staat als het ware op z’n kop. Spreek daarom geregeld je waardering uit en/of geef een complimentje. Dat doet je kind goed. Zo voed je het zelfvertrouwen en kan het beter omgaan met moeilijke situaties. En niet onbelangrijk: vertrouw je kind. Dat het weet wat goed en fout is. Je puber is niet opeens een vreemde al lijkt dat soms wel zo!
Stel vragen aan je puber en toon oprechte interesse. Geef niet je mening, want dat vindt een puber niet fijn. Klinkt al gauw als een preek. Moedig je kind liever aan om datgene te doen waar het goed in is. Een hobby, sport of andere activiteit. Daar kan het bovendien energie in kwijt. En… natuurlijk: laat zien dat je van je kind houdt. Want, heb je een goede band? Neem je je puber serieus? Dan komt het sneller naar je toe als er problemen en dergelijke zijn tijdens de verschillende fases van puberteit.
Een puber opvoeden lijkt soms een continue strijd, die gepaard gaat met de nodige stress. Probeer de scherpe randjes ervan af te halen door humor in jullie gesprekken te brengen. Je minder serieus opstellen en samen lachen geeft positieve energie en helpt om met elkaar in contact te blijven.
Observeer je puber eens. Van een afstand. Hoe hij of zij doet en praat. En geniet daar gewoon van, want je puber is ook leuk. Kortom: wees trots. Dat je kind zich met vallen en opstaan ontwikkelt tot een persoon met een eigen mening en identiteit.
Wat is jouw ervaring met de verschillende fases van puberteit? En hoe pak je het aan? Lijkt het je leuk om jongeren te begeleiden in onderwerpen als ontwikkeling van werkelijke identiteit, (studie)keuzes en gedragsproblemen? Word jongerencoach!
Leer hoe je jongeren begeleidt, zodat ze op basis van intrinsieke motivatie gezonde keuzes maken tijdens hun volwassen worden.
Leer hoe je als coach kinderen en ouders/opvoeders kunt begeleiden in de opvoeding en bij ontwikkelingsvraagstukken.