Een onderzoeksteam van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie en de KU Leuven ontdekte dat de samenstelling van de darmflora bij depressieve patiënten anders is dan die van gezonde mensen. De onderzoeksresultaten over de relatie tussen buik en brein zijn gepubliceerd in het vaktijdschrift Nature Microbiology*.
Al geruime tijd houden onderzoekers van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie en de KU Leuven zich onder leiding van professor Jeroen Raes bezig met het verband tussen de darmflora en onze gezondheid.
In onze darmen ‘wonen’ meer dan 100.000 miljard bacteriën. Samen vormen zij onze zogenaamde darmflora (microbioom) dat zo’n 1,5 kilo weegt. Die aanwezige bacteriën regelen niet alleen onze spijsvertering en stoelgang. Bekend is eveneens dat een verstoring van de darmflora ernstige gezondheidsproblemen kan opleveren zoals infecties, auto-immuunziekten en kanker. Hoewel dit onderzoek nog in de kinderschoenen staat, komt hier mondjesmaat meer bewijs voor. Het blijkt dat de invloed van onze darmflora zelfs tot in de hersenen reikt.
Dat er een relatie is tussen onze darmflora en mentale gezondheid wordt al langer vermoed. Zo zijn er een aantal kleinschalige proefdierstudies met muizen waarin de link tussen buik en brein is onderzocht. Bij mensen is het de eerste keer dat wetenschappers erin zijn geslaagd verschillende groepen bacteriën te identificeren die samen lijken te vallen met depressie en levenskwaliteit.
Raes en zijn onderzoeksteam brachten de bacteriën die aanwezig waren in de stoelgang van ruim 1.000 mensen in kaart en koppelden die aan hun medische gesteldheid plus mentale welzijn. Zij ontdekten vervolgens dat twee bacteriënsoorten wel voorkomen in de darmen van niet-depressieve mensen, maar ontbreken in de darmen van de groep depressieve mensen. De ontbrekende soorten bacteriën zijn: Coprococcus en Dialister.
Bovenstaande bevindingen staan niet op zich. Er zijn twee soortgelijke onderzoeksprojecten opgezet die de uitkomsten bevestigen. De een betreft een onderzoek onder meer dan 1.000 Nederlanders en de andere is een studie onder een groep depressie-patiënten in het UZ Leuven. Bij de depressieve mensen bleken eveneens dezelfde twee bacteriesoorten – Coprococcus en Dialister – afwezig.
Het Vlaamse onderzoek toont aan dat er bij mensen een verband is tussen ons brein en onze buik. Raes noemt het een eerste stap in de juiste richting. Want, de vraag rijst: veroorzaakt het gebrek aan specifieke bacteriën de depressieve gemoedstoestand óf zorgt een depressie ervoor dat bepaalde darmbacteriën worden afgebroken?
Vooralsnog gaan de Vlaamse wetenschappers uit van de eerste veronderstelling. Eerder onderzoek heeft namelijk aangetoond dat sommige darmbacteriën ook voorlopers van neurotransmitters kunnen aanmaken. Dat zijn zeg maar chemische stofjes als bijvoorbeeld dopamine en serotonine die de gemoedstoestand kunnen regelen.
Mocht straks na meer onderzoek vast komen te staan dat bepaalde darmbacteriën aan de basis liggen van een depressie, dan opent dat de deur voor nieuwe therapieën, aldus Raes en zijn onderzoeksteam. Zo valt te denken aan het behandelen van depressieve mensen met een zogenaamde poeptransplantatie. Een behandeling die nu al bij infectieziekten wordt toegepast. Echter een meer voor de hand liggende en logische stap is volgens de Vlaamse onderzoekers het ontwikkelen van een nieuwe generatie probiotica met goede bacteriën die de kans op depressies verkleinen. Inmiddels lopen er studies waarbij de effecten van zowel fecestransplantaties als probiotica bij patiënten met een depressie worden nagegaan.
Wil je meer weten over de darmen, darmflora en de invloed ervan op je gezondheid? Bekijk de 2-daagse cursus Darmvitaal. Deze wordt gegeven door Nienke Gottenbos. Zij is darmfloratherapeut en auteur van de boeken De Poepdokter – Gezond van Mond tot Kont, De Poepdokter – Bakt ze Bruin en De Poepdokter Junior.
* Nature.com: The neuroactive potential of the human gut microbiota in quality of life and depression